Lokale kosten nu tot 50 procent van de exportcontract waarde verzekerd in de ekv

Exporteurs kennen als geen ander de financiële complexiteit van verschillende transacties en projecten. Afwegingen om lokale leveranciers in te zetten komen vaak samen in het totale plaatje, dat weer van invloed is op de producten van Atradius DSB en de exportkredietverzekering (ekv). Na ruim twee jaar onderhandelen is een akkoord bereikt over een onderwerp dat voor Nederlandse exporteurs van groot belang is: de dekking voor lokale kosten is uitgebreid doordat deze een groter deel kunnen uitmaken van een gefinancierd contract.

“In hoeverre lokale kosten in exportkredieten mogen worden gefinancierd en verzekerd is vastgesteld in de ‘Arrangement’. Vanaf nu kunnen lokale kosten tot wel 50 procent van de exportcontractwaarde meegefinancierd worden in een lening die Atradius DSB verzekert. Deze ogenschijnlijke simpele aanpassing markeert het begin van de modernisering van de OECD Arrangement”, zegt Lianne Raap, coördinator internationaal bij de afdeling Exportkredietverzekering en Investeringsgaranties van het ministerie van Financiën.

“De afweging om lokale kosten niet volledig te dekken binnen de ekv is ooit mede ingezet uit bescherming van de exporteur, die anders door opdrachtgevers te veel onder druk zou kunnen worden gezet om lokale leveranciers in te schakelen. In de huidige markt is echter gebleken dat juist die local supply chain steeds belangrijker is geworden voor succesvol zakendoen in het buitenland. De ekv moet blijven meegroeien met de praktijk.” Enerzijds is de markt dus in beweging, waardoor de vraag naar het meeverzekeren van lokale kosten is gegroeid, maar anderzijds is ook de concurrentie toegenomen uit landen die niet zijn aangesloten bij de Arrangement en die misschien ruimere financiering bieden voor lokale kosten. In 2019 heeft de Europese Unie een voorstel ingediend bij de Participanten van de Arrangement om de lokale kostendekking te verruimen. Sinds april van dit jaar is het officieel: lokale kosten mogen voor 50% worden gedekt voor transacties naar lage- en middeninkomenslanden en 40 procent voor hoge-inkomenslanden.

Lianne Raap gaat verder: “Voorheen was de dekking van lokale kosten beperkt tot slechts 15 procent van de exportcontractwaarde. Dat leidde soms tot rare en eigenlijk ongewenste toestanden, waarbij bijvoorbeeld bakstenen uit een buurland moesten worden gehaald om maar onder die 15% te blijven. Extra kosten en misschien wel extra milieubelasting. Daarom werd dit percentage in 2007 verdubbeld naar 30 procent, maar nu dus zelfs tot de helft. Eigenlijk wel een mijlpaal, waarbij Nederland een belangrijke rol in de onderhandeling vervulde. Nederlandse baggeraars en aannemers hebben per definitie al veel te maken met lokale structuren en zullen hier dan ook gebruik van kunnen maken. Ook bij de bouw van een fabriek of misschien een ziekenhuiskunnen lokale kosten en het meeverzekeren ervan een belangrijke rol spelen in het verkrijgen van opdrachten. Sterker nog, op de dag dat de verruiming inging, op 20 april jl., is de eerste polis onder de nieuwe dekking voor een project in Afrika al afgegeven.”

De internationale onderhandelingen waar Lianne bij betrokken is, kunnen soms jaren in beslag nemen en ‘kleine’ deals zoals deze kunnen veel betekenen voor deelnemende landen. “Hoe vanzelfsprekend een aanpassing ook lijkt, achter de schermen kunnen de argumenten zeer technisch worden. Als Nederland een positie inneemt moet dit eerst nog afgestemd worden met de andere 26 EU-lidstaten voordat het als groep kan worden ingediend bij de Participanten. Nederland was trouwens een van de landen in de EU die dit onderwerp geagendeerd hebben. Binnen de Participanten begint dan het zoeken naar een consensus, een onderhandelproces wat in dit geval twee jaar heeft geduurd. We hebben gezien dat het aandragen van concrete voorbeelden uit de dagelijkse praktijk goed heeft geholpen in het over de streep trekken van de andere Participanten. Dit waren voorbeelden waar lokale kosten duidelijk hoger waren dan wat meeverzekerd mocht worden en dus kunstmatige oplossingen werden bedacht. Het verbeteren van het level playing field met de landen die niet deelnemen aan de Arrangement is naast de marktpraktijk een krachtig argument gebleken bij deze onderhandelingen ” Een nieuwe versie van de Arrangement on Officially Supported Export Credits, met de lokale kostenbepaling als belangrijkste update, verschijnt in juli en is zal te vinden zijn op deze pagina: Arrangement and Sector Understandings - OECD.


Ivo Habets - Senior Lead Innovation