Climate Investor 2 biedt kansen voor de watersector
Eind 2017 hebben we in de Creditnotes voor het eerst geschreven over Climate Investor One (CI1). Dit is een klimaatfonds dat is opgezet om investeringen in hernieuwbare energie mogelijk te maken in opkomende en ontwikkelingslanden. Het fonds wordt beheerd door Climate Fund Managers (CFM), opgezet als joint venture tussen de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en Sanlam InfraWorks uit Zuid-Afrika. CFM zet zich als onafhankelijke fondsmanager volledig in om de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Daar is inmiddels het fonds Climate Investor Two (CI2) aan toegevoegd, dat zich onder meer richt op het financieren van projecten gerelateerd aan water, sanitatie en de oceanen. De ambitie van CI2 is om een miljard USD op te halen om te investeren in verschillende projecten in opkomende markten. In november 2021 was er al toezegging van 675 miljoen USD vanuit onder meer het Dutch Fund for Climate and Development, ontwikkelingsbanken zoals FMO, de Bank Nederlandse Gemeenten en Aegon.
Tarun Brahma, Head of Investments Climate Fund Managers: “De klimaatcrisis is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. CFM maakt gebruik van zogenaamde blended financieringsstructuren waarbij publiek en privaat kapitaal wordt aangetrokken om te investeren in sectoren met grote klimaat- en ontwikkelingsimpact in opkomende economieën. Op deze manier kunnen we financieringsoplossingen bieden voor infrastructuurontwikkelaars die zorgen voor de beperking van de klimaatverandering. Zo hebben we met CI1 al veel mooie projecten kunnen realiseren in bijvoorbeeld Djibouti, India, Uganda en Vietnam.
Wij hebben in totaal 75 medewerkers in dienst, verdeeld over vijf kantoren in Den Haag, Kaapstad, Singapore, Bogota en Ho Chi Minh City. Daarnaast zijn er nog ongeveer 200 mensen in dienst bij de verschillende projecten die we financieren.”
Alle projecten die CFM financiert moeten voldoen aan bepaalde criteria. Zo moeten de projecten plaatsvinden in lage en middeninkomenslanden in Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Omdat de landenrisico’s hier hoger zijn, komt het financieren van projecten hier moeizaam van de grond. Daarnaast gaat het om projecten met een minimumwaarde van 10 miljoen USD en wordt er een eigen investering verwacht van de projectsponsor. Tot slot moeten de projecten technologisch aansluiten bij een van de focus sectoren voor CI1 of CI2: water, sanitatie en oceanen.
Tarun Brahma: “Ons nieuwe fonds CI2 gaat zich richten op waterlevering en waterzuivering, ontzilting, afvalwaterzuivering en waste-to-energy. Daarnaast is er tevens een focus op investeringen die direct bijdragen aan de gesteldheid van de oceanen (Nature Based Solutions), zoals bijvoorbeeld groene havens, groene schepen en bescherming van kustgebieden. Dit is dus een wezenlijk verschil met CI1 waarbij we ons hebben gericht op hernieuwbare energie, zoals zonne-parken, waterkrachtcentrales of windenergie. Maar al onze projecten hebben te maken met klimaatmitigatie en/of –adaptatie.”
Doordat de Nederlandse staat nu ook een rol speelt in de financiering biedt dit private investeerders een bepaald vertrouwen. De dekking van Atradius DSB geeft namelijk extra comfort en zekerheid bij de bouw van projecten. Zo kan er meer private financiering worden aangetrokken en kunnen er nog meer projecten ondersteund worden. Op deze manier kunnen er met een beperkte hoeveelheid publieke middelen zoveel mogelijk klimaatmitigatie en -adaptatieprojecten in opkomende markten worden gerealiseerd. Daarnaast zorgt deze financieringsstructuur ervoor dat er betaalbare energie, water en sanitatie voorzieningen worden geleverd aan private consumenten en bedrijven in onze markten.
Tarun Brahma: “Nederland heeft van oudsher veel ervaring in de watersector. Zodoende kan CI2 ook interessante kansen bieden voor Nederlandse ondernemers. Uiteindelijk willen we het zo eenvoudig mogelijk maken voor projectontwikkelaars, maar ook voor bijvoorbeeld producenten van technologieën die ergens kunnen worden ingezet. Ze kunnen gewoon bellen of mailen met hun projectvoorstel. We kunnen dan een verkennend gesprek hebben en als er een match is dan nodigen we hen uit op kantoor of gaan wij langs bij hen en kunnen ze een presentatie geven. Zo kunnen we relatief snel bekijken of er mogelijkheden zijn voor financiering van hun project.”
Evert Jan van Vrouwerff - Senior Project Finance Manager
Guido Minnaert - Marketing Manager