De vernieuwde Arrangement: wat gaat er veranderen?
De meeste van deze regels zijn nu ingrijpend anders:
- De maximale looptijd voor exportkredieten verandert. De hoofdregel is en blijft dat de looptijd van een krediet niet groter is dan de levensduur van het goed of de dienst. De Arrangement stelt echter een maximum aan de looptijd. Deze regels worden sterk versimpeld en verruimd. In de oude Arrangement waren er vele verschillende maximale looptijden, nu is er altijd een maximum van 15 jaar, ongeacht bestemmingsland. Voor transacties onder de Climate Change Sector Understanding (zie verder) en kerncentrales zijn er nog ruimere maximale looptijden (tot 22 jaar).
- Meer variatie toegestaan in het aflossen van kredieten. De hoofdregel is en blijft dat exportkredieten halfjaarlijkse lineaire aflossingen kennen. Er komen echter meer mogelijkheden om hiervan af te wijken en de toegestane afwijkingen worden bovendien ruimer. De speciale regels voor projectfinancieringen verdwijnen. Een ander aflossingsprofiel dan lineair is onder randvoorwaarden toegestaan, mits onderbouwd kan worden dat de inkomsten van de koper een dergelijk ander aflossingsprofiel noodzaken of rechtvaardigen. Die randvoorwaarden zijn dat de eerste aflossing uiterlijk na 24 maanden plaatsvindt (‘grace period’), dat in een periode van zes maanden nooit meer dan 30% van de hoofdsom wordt betaald (‘balloon payment’) en dat de ‘Weighted Average Life’ (WAL) van de lening niet meer dan 65% van de krediettermijn is of niet meer dan 6 jaar voor transacties met een minder lange looptijd. Deze mogelijkheden zijn iets ruimer dan de oude regels voor projectfinancieringen, vandaar dat deze zijn geschrapt.
- Lagere premies voor kopers buiten de hoge-inkomenslanden die een kredietwaardigheid hebben die lager is dan investment grade (dus BB+ of minder) voor kredieten met een looptijd langer dan tien jaar.
- Meer voor het klimaat. De Arrangement kent een speciale paragraaf voor klimaat en water, de zogenaamde Climate Change Sector Understanding (CCSU). Sinds 2005 kunnen hernieuwbare energieprojecten en klimaatadaptatie al gefinancierd worden op ruimere condities dan de standaard Arrangement financieringsvoorwaarden. De reikwijdte van de CCSU was echter toe aan uitbreiding om de energietransitie en technologische innovatie op het vlak van klimaatmitigatie beter te ondersteunen. Bovendien bleken de criteria voor klimaatadaptatieprojecten in de praktijk moeilijk toepasbaar en ontbrak het aan een heldere definitie. Dit was aanleiding om in 2020 internationale onderhandelingen te starten voor de herziening van de CCSU gelijktijdig met de onderhandelingen over de modernisering van de Arrangement
Op 15 juli 2023 treedt de herziene Arrangement in werking en gelden vanaf die datum ook ruimere financieringsvoorwaarden voor een brede waaier aan klimaat gerelateerde economische activiteiten.
Dit zijn:
- Productie van hernieuwbare energie,
- CO2-opslag en –gebruik
- Transmissie, distributie en opslag van schone energie (incl. productie van batterijen en recycling)
- Productie van schone waterstof en ammonia
- Transmissie, distributie en opslag van waterstof
- Lage-emissie fabricage,
- Emissievrij vervoer over water,
- Lage-emissievervoer over weg en spoor als ook faciliterende infrastructuur hiervoor
- Winning van kritieke grondstoffen en mineralen op land ten behoeve van de energietransitie.
Naast scope-uitbreiding zijn ook de gunstigere financieringsvoorwaarden van belang. De transacties die vallen onder de reikwijdte van de CCSU kennen nog langere toegestane looptijden, van 18 tot 22 jaar afhankelijk van de projectcategorie. Daarnaast zijn een langere grace period (3 jaar), een grotere balloon payment (35%) en een hogere Weighted Average Life (WAL) van 70% is toegestaan.
Over de Arrangement on officially supported export credits
Overheden die export willen ondersteunen met exportkredietverzekeringen of financieringen moeten zich aan regels houden.
Die regels staan in de zogeheten Arrangement on Officially Supported Export Credits, kortweg de Arrangement. Het is een herenakkoord tussen de landen die deelnemen (‘Participanten’), maar voor de landen die lid zijn van de Europese Unie heeft dit akkoord een wettelijke status omdat het is vertaald naar Europese regelgeving, in een zogeheten gedelegeerde Verordening. De Arrangement ontstond in 1978. Sindsdien zijn er veel bepalingen aan toegevoegd, waaronder verscheidene zogeheten Sector Understandings zoals die voor schepen. De Arrangement bepaalt wat de meest gunstige voorwaarden zijn waartegen overheden export mogen ondersteunen. Strenger zijn mag natuurlijk altijd. Een belangrijk uitgangspunt van de Arrangement is dat de Participanten transparant zijn onder elkaar over wat ze verzekeren tegen welke voorwaarden.
Een deel van de producten die Atradius DSB aanbiedt zijn niet geregeld in de Arrangement maar wel onderworpen aan de staatssteunregels van de EU. Dit is met name het geval wanneer de uiteindelijk begunstigde van het product een Nederlandse onderneming – de exporteur – is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de werkkapitaalverzekering, de groendekking, bij binnenlandse dekking (‘domestic cover’) en bij contragaranties.
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen via dsbinternationaldesk@atradius.com of uw zaakbehandelaar.
De geactualiseerde tekst van de Arrangement vindt u hier: Export credits - OECD
Het OESO-secretariaat heeft ook een FAQ-document opgesteld met antwoorden op veelgestelde vragen over de veranderingen: