Visie op Duurzaamheid van Kiremko
In elke Creditnotes besteden wij aandacht aan de visie op duurzaamheid van onze klanten. Hoe gaan exporteurs om met de klimaatuitdagingen van deze tijd? Hoe wordt dit ingebed in de producten en dienstverlening? Dit keer spraken wij met Nicole Peters, Manager Communication and Sustainability bij Kiremko.
In het midden van Nederland ligt het kleine stadje Montfoort, met een geschiedenis uit de tijd van ridders, graven en ‘sterke forten’. Naast andere referenties uit het verleden zoals knopendraaiers, is Montfoort ook het thuis van de firma Kiremko, een internationale leider op het gebied van aardappelverwerking. Kiremko’s expertise is het vervaardigen van totaalpakketten voor internationale bedrijven die aardappels verwerken; van invoer, bakken tot verpakken. Verse aardappelen, frites, chips maar ook specifieke eindproducten zoals vlokken en gepureerde producten: de 200 medewerkers van Kiremko weten er veel van. In de landen waar aardappelen onderdeel zijn van een basismaaltijd, is Kiremko aanwezig en leidend. Denk bijvoorbeeld aan India, China en de VS.
Welke uitdagingen kent de aardappelsector?
Gevraagd naar de ambities op het gebied van duurzaamheid hoeft Nicole Peters niet lang na te denken: “Voedselverspilling gaat ons allen aan en mag door een technologieleverancier als wij absoluut niet vergeten worden. Wij kunnen als individuen werkzaam in de sector, maar ook als bedrijven, een voorbeeld stellen en oplossingen bieden voor problemen wereldwijd. Het feit dat we internationaal actief zijn geeft ons een breed perspectief en veel mogelijkheden.”
Maar duurzaamheid is niet alleen zakelijk. Peters: “Wij hebben dankzij onze medewerkers altijd een menselijk uitgangspunt gehad voor onze keten en ook voor het thema duurzaamheid. Dus wij hebben al heel snel met elkaar besloten om binnen onze organisatie bewustzijn te creëren, lang voordat beleidsmakers zich bogen over dit thema. Bewustzijn is niet alleen nodig voor mondiale voedselverspilling, maar ook de invloed die de aardappel heeft op voedselbehoefte, grondstoffen en gewassenbeheer in diverse culturen en klimaten. Zo beseffen wij dat elke verbetering van onze processen en technologie kan helpen bij het een beetje beter maken van de voedselketen.”
En grote verantwoordelijkheid. Hoe zijn jullie begonnen aan deze complexe weg?
Peters twijfelt niet: “Bij onze mensen. Wij kunnen als team hardop zeggen: wij willen met onze efficiëntieslagen verantwoord ondernemen en dus bijdragen aan een betere wereld. En dat is al heel wat dat we dit durven roepen. Dat hebben we pas kunnen doen nadat we ook zijn begonnen met onze eigen duurzaamheidsrapportages. Daarmee hebben we alvast voorgesorteerd op de aankomende Corporate Social Responsability Directive (CSRD) waarin specifieke duurzaamheidselementen moeten worden gerapporteerd. Toen wij een paar jaar geleden een nieuw hoofdkantoor hier in Montfoort wilden bouwen, zagen wij dat als een goed moment om ook de volgende stap te zetten richting het duurzame denken. Het energiezuinige pand staat ondertussen, maar daarmee is het bouwen aan onszelf niet afgelopen. Laadpalen en zonnepanelen zijn leuk én een must voor elke werkgever die op de toekomst is gericht, maar dan ben je er nog niet. Wij hebben binnen de productiehallen, waar de machines staan, geprobeerd een gezonde en moderne werkomgeving te creëren. Er is beweegruimte, transparantie én ook ruimte voor verbetering. Wij zijn gezegend met betrokken collega’s, die zelf ook meedenken. Hoe kan ik als collega bijdragen aan duurzame productieprocessen? En dan zijn details ook welkom. Zo is er door collega’s zelf bedacht om overtollige staalstukken van de las- en snijmachines in een aparte bak te verzamelen, makkelijk en veilig bij elkaar te vegen. In plaats van weg te gooien, gaan we voor circulariteit en leveren het in. Dan moet je misschien een keer extra rijden maar het is ook geld waard. In plaats van weg te gooien, gaan we voor circulariteit en leveren het in. En dat is ook geld waard. Van de opbrengst trakteren we dan oliebollen.”
Onder het Fair Future-beleid stellen jullie best concrete doelen. Waar staan jullie nu?
Ons beleid is eigenlijk een gezamenlijke afspraak om onze eigen toekomst te willen baseren op duurzaamheid, samenwerking, leiderschap en verbetering. Die verantwoordelijkheid hebben we ons toegeëigend zonder dat hier een wettelijke verplichting aan vooraf ging en hebben we ook voorgelegd aan iedereen. Dat bewustzijn over onze rol kwam ook ter sprake: de productie van een aardappel kost veel energie en water en genereert dus uitstoot. Laten we dit vooral met z’n allen beperken en ons aan een route houden om dat ook waar te maken. Want we weten dat het kan. Daar geloven we ook in. Ons Fair Future beleid is van kracht sinds 2021. Toen hebben we korte- en langetermijn doelen opgenomen tot en met 2025. De pijlers zijn te bundelen in vier thema’s: medewerkers, productieproces van onszelf én van onze klant en onze omgeving. Wij rapporteren elk jaar wat er op welk thema behaald is en deze resultaten gelinkt aan de SDG’s. Wij zijn het verst met onze medewerkers en lokale omgeving, dat zit nou eenmaal in ons DNA: goed voor elkaar zorgen.”
Welke prioriteiten liggen voor jullie in de nabije toekomst?
Een grote prioriteit voor ons is momenteel acties identificeren binnen onze waardeketen. Dan gaat het onder andere over onze strategische partners of klanten die unieke oplossingen van ons in productie hebben. Met name in Azië en de Verenigde Staten. Dan besef je ook: je kan nou eenmaal niet alles eisen maar wél het gesprek aangaan. En dat doen we. Dat begint al gelijk bij de klantvraag, de echte eerste gesprekken met nieuwe of bestaande klanten – welke plek heeft deze ondernemer zelf in de aardappelketen en hoe wil hij/zij zich verder ontwikkelen? Met de juiste gegevens gaan wij aan de slag om klantwensen te vervullen met waarborg voor standaardisatie en efficiëntie. Wij maken onze machines in principe custom-made en dat kan ook een beperking zijn want alles is iedere keer anders. Maar wij willen daarbij zoveel mogelijk processen stroomlijnen om juist die grondstoffen zorgvuldig in te kopen en in te zetten en ook minder energie te gebruiken tijdens de machinebouw. Dan zijn die zonnepanelen op het dak in Montfoort wel handig, maar niet iedereen heeft natuurlijk toegang tot dezelfde energiebronnen. Onze klanten verbruiken heel veel energie. Voeding moet nu eenmaal gekookt en gebakken worden. Dat kost thuis al veel energie maar zodra je dat industrieel gaat doen in grote hoeveelheden gaat het om enorme hoeveelheden. Veel van deze energie kunnen we terugwinnen. Die teruggewonnen energie kunnen we dan weer inzetten eerder in het proces. Zo kun je energie 2 of 3 keer benutten in hetzelfde verwerkingsproces. Dat levert uiteindelijk een besparing op bij de klant, een financieel voordeel maar in het grotere geheel een besparing van grondstoffen wat weer aansluit bij de SDG’s en onze doelstellingen. Helaas is niet ieder proces of iedere terug te winnen energie geschikt. Het is aan ons allen om hier passende oplossingen voor te bedenken. Een succesvol voorbeeld is een bakoven met extra isolatie om warmteverlies te voorkomen. Een tweede actie is het inzetten van data voor duurzaamheid. Die actie ondernemen wij pas nadat een machine is gebouwd of geleverd maar dan wel is voorzien van de juiste technologie om te kunnen meten. Wij investeren veel in de digitalisering van machines en zorgen dat onze medewerkers expert hierin worden. Hier hebben we al veel concrete data-analyses kunnen uitvoeren om klanten energie-efficiënte aanpassingen te kunnen maken. Bovendien is het project MOOI een prachtig voorbeeld waarbij data wordt ingezet voor academisch onderzoek naar toepassing van restwarmte. In de toekomst kunnen wij en andere bouwers, hun verwerkingsmachines geschikt maken voor andere energievoorzieningen zoals verwarmen van gebouwen.
Nahuel Mercedes - Communications Manager Atradius DSB