Haagse zaken
Met je voeten in de crisisklei
Wie ooit had gedacht dat exportkredietverzekeren een niche activiteit in de marge is, waar alleen de echte liefhebbers zich voor interesseren, kwam het afgelopen jaar bedrogen uit. Want wat een jaar is het geweest. Nu we middenin (misschien wel) de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog zijn beland, staan de Staat en Atradius DSB samen voor gigantische uitdaging, namelijk het draaiende houden van exporterend Nederland!
Dat deze opdracht bepaald geen sinecure is, is ook ons parlement opgevallen. Hoewel wij altijd met enige regelmaat vragen vanuit de Tweede Kamer ontvingen, zijn daadwerkelijke Kamerdebatten over de exportkredietverzekering een zeldzaamheid. Maar op 19 november was het dan toch echt zover. De Tweede Kamer bevroeg in een Algemeen Overleg (AO) de voor de exportkredietverzekering verantwoordelijke staatssecretaris Vijlbrief.
Tijdens dit debat, dat de volle breedte van het exportkredietverzekeringsinstrumentarium (leuk Scrabble woord!) besloeg, werd goed duidelijk welke afwegingen de beleidsmakers dagelijks moeten maken. Enerzijds is het ons mandaat als Staat om export mogelijk te maken door middel van de exportkredietverzekering, anderzijds willen we dat alleen doen zonder onacceptabele risico’s voor mens, dier en milieu. En wat dacht u van het klimaat? Ook hier draagt de Staat (en de exportsector) een grote verantwoordelijkheid en kunnen we als beleidsmakers niet wegkijken. Daar komt ook nog de vraag bij, hoe ver we kunnen en hoe ver we moeten willen gaan. De Nederlandse export moet immers wel concurrerend blijven. Als de beleidskaders (hoe goed bedoeld dan ook) er voor zorgen dat een Nederlandse exporteur de aansluiting met het internationale gelijke speelveld verliest, wat heeft het dan voor zin om vooruitstrevende beleidskaders te stellen? Vooral als dat betekent dat de exportopdracht naar een buitenlandse partij gaat, met wellicht standaarden van “mindere” kwaliteit.
Naast deze “reguliere” afweging die wij dagelijks maken op de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken komt ook nog eens de druk van de crisis. De Nederlandse exporteur heeft juist nu een verzekering nodig. Daar begint voor ons de puzzel: wat kunnen we doen voor die exporteur? Wat is er mogelijk binnen de kaders waarin we kunnen opereren? Wat doen andere landen? Verschuift het internationale speelveld door de crisis en kunnen wij mee verschuiven? Moeten we überhaupt mee verschuiven? Dit zijn allen vragen die het werk aan het beleid van de exportkredietverzekering juist zo leuk maken. En waarin wij als beleidsmakers met onze voeten in de spreekwoordelijke crisisklei staan. Vragen die niet makkelijk te beantwoorden zijn, maar wel een grote impact hebben op exporterend Nederland. Wist u dat het CBS ooit heeft berekend dat de exportkredietverzekering bijdraagt aan ongeveer 20.000 banen in Nederland? Wanneer wij dat gegeven als beleidsmakers voor ogen houden kunt u erop rekenen dat wij het beleid voor u zo zorgvuldig als mogelijk zullen vormgeven en invullen. Namens de collega’s op de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken wens ik u alvast fijne feestdagen en een veel beter 2021! Erwin Weurding - International Affairs Policy Officer, Ministerie van Financiën