Stagflatie bedreigt wereldeconomie
Stagflatie is een situatie waarin de inflatie hoog is, de economische groei vertraagt, en de werkloosheid steeds hoog blijft. Het werpt een dilemma op voor het economisch beleid aangezien maatregelen met als doel voor een lagere inflatie te zorgen de werkloosheid kunnen doen verergeren en vice versa.
Economische verstoringen als gevolg van de oorlog in Oekraïne leiden samen met sluitingen van grote steden en havens in China tot een nieuwe reeks schokken voor de wereldeconomie. De inflatie stijgt tot het hoogste niveau in tientallen jaren, waardoor de reële inkomens van huishoudens onder druk komen te staan en de vooruitzichten voor consumentenbestedingen afnemen. Dit zet, samen met een versnelde monetaire verkrapping, de economische groei in 2022 en 2023 onvermijdelijk verder onder druk.
Wij voorspellen dat het wereldwijde bbp zal vertragen tot 2,8% in 2022 en 2,3% in 2023. Vergeleken met onze voorspelling van januari betekent dit een daling van 1,3% voor zowel 2022 als 2023.
Wereldwijde handelsprestaties
De groei van de wereldhandel staat onder druk door de lagere economie groei en knelpunten in de internationale toeleveringsketen. Deze verstoringen in de productieketens zijn verergerd door de oorlog in Oekraïne en het Chinese zero-covid-beleid.
Volgens onze inschatting zal de groei van de wereldhandel vertragen tot ongeveer 4-5% in 2022 en in 2023. Voor 2022 betekent dit een groeivermindering van 1-2% ten opzichte van onze prognose van januari.
Inflatie
Al voor de Russische invasie in Oekraïne was er al sprake van verstoppingen in productieketens, evenals een stijging van transportkosten, en grondstoffen- en energieprijzen. De oorlog in Oekraïne zorgde voor extra problemen en stuwde de inflatie op tot een niveau dat al minstens tien jaar niet gezien was. Wij verwachten nog steeds dat de inflatie de komende 18 maanden weer zal dalen, zij het in een minder snel tempo dan we eerder dit jaar voor ogen hadden. De terugkeer van inflatie naar een normaler niveau vergt meer tijd en dit proces gaat gepaard met veel onzekerheid. Onzekere factoren zijn met name de doorwerking van energie- en grondstoffenprijsstijgingen in andere inflatiecomponenten en de lengte van de huidige periode van hoge grondstoffenprijzen..
Energiemarkten
De groeivertraging en hoge energieprijzen zullen zich vertalen in minder vraag naar energie. Dit betekent dat de olie- en gasprijzen de komende 18 maanden waarschijnlijk iets zullen dalen. Bij de olieprijs zien we dit voorzichtig al terug. Deze daalde van circa USD 110 per vat Brent begin juli naar USD 95 medio augustus. Bij de gasprijs hebben we juist een verdere stijging gezien, doordat Rusland de gaslevering verder heeft teruggebracht, wat de gasprijs tot een recordhoogte van 225 per megawattuur brengt (gebaseerd op Europese TTF-gasprijs). De volatiliteit in energieprijzen zal voorlopig hoog blijven. Het voornemen van de EU om snel onafhankelijk te worden van Russisch gas, en de schijnbare bereidheid van Rusland om dit proces te versnellen door de gasvoorziening te verlagen, leidt tot marktverstoringen en creëert grote onzekerheid.
Grondstoffenmarkten
De stijging van de grondstoffenprijzen is aan het eind van het tweede kwartaal van 2022 aanzienlijk afgezwakt als gevolg van de groeivertraging van de wereldeconomie, waardoor de vraag naar metalen is afgenomen. Voor de komende twee jaar verwachten we dat metaalprijzen circa 10-15% hoger zullen liggen dan in 2021, met een lichte neerwaartse trend in 2023. De voedselprijzen stegen al voor de oorlog in Oekraïne (zie figuur), als gevolg van tegenvallende oogsten en hogere energieprijzen. De impact van de oorlog op de voedselprijs zal slechts geleidelijk verdwijnen naarmate de productie toeneemt in andere landen, zoals Argentinië, Brazilië en de Verenigde Staten. Het resultaat is dat de prijzen in 2022 aanzienlijk hoger zullen zijn, waarbij we pas in 2023 weer een daling voorzien.
Verenigde Staten
Wij verwachten dat de groei van het Amerikaanse bbp zal vertragen tot 1,7% in 2022 en tot 1,0% in 2023, onder druk van een stijgende rente, bezuinigingen en een hoge inflatie. De economische activiteit blijft vertragen omdat de Federal Reserve de leenkosten agressief verhoogt om de hoge inflatie te bestrijden. Voor de tweede helft van 2022 voorzien we verdere renteverhogingen, waarmee de beleidsrente dit jaar naar verwachting eindigt op 3,75% tot 4,0%. Wel blijft de krappe arbeidsmarkt de economie ondersteunen. Hoewel het risico op een recessie in 2023 is toegenomen, verwachten we nog steeds een zachte landing van de Amerikaanse economie. De inflatie daalt naar verwachting in 2023, wat de particuliere consumptie ondersteunt.
Eurozone
Voor de eurozone verwachten we een bbp-groei van 3,0% in 2022 en 0,9% in 2023. De dienstensector presteert naar verwachting relatief goed, met het normaliseren van toerisme en de horeca. In de productiesector stapelen de problemen zich echter op. Het aantal nieuwe orders begint af te nemen en de levertijden blijven hoog, doordat lockdowns in China het transport van belangrijke productie-inputs belemmert. Bedrijven melden ook een zwakkere vraag naar goederen, als gevolg van het verschuiven van uitgaven naar diensten. Het herstel met twee snelheden tussen de dienstensector en de industriële sector betekent dat industriële economieën zoals Duitsland waarschijnlijk relatief slecht zullen presteren.
Volgens de laatste voorspellingen komt de inflatie in de tweede helft van 2022 uit op gemiddeld 7,9%, een lichte stijging ten opzichte van de eerste helft van het jaar (7,1%). Bij een daling van de energie- en voedselprijzen wordt voor 2023 een sterk teruglopende inflatie verwacht. Dit inflatiecijfer berust echter op de veronderstelling dat de oorlog in Oekraïne in 2022 zal eindigen of tijdelijk zal stoppen en dat er geen olie- en gas boycots plaatsvinden. Met het verregaand afknijpen door Rusland van de gasleveringen aan Europa valt deze veronderstelling steeds moeilijker vol te houden. In een neerwaarts scenario van een langdurige oorlog en het totaal stopzetten door Rusland van de gasleveringen, zal de inflatie in 2023 dichtbij 6% liggen.
Opkomende markten
Wij verwachten dat de bbp-groei in opkomende markten afneemt van 7,0% in 2021 naar 3,4% in 2022, gevolgd door een groei van 3,8% in 2023. De gebeurtenissen in Oekraïne komen bovenop andere problemen, zoals knelpunten in de toeleveringsketen en tragere vaccinatiecampagnes in vergelijking met ontwikkelde landen. Bovendien is de fiscale steun in opkomende markten al min of meer stopgezet, terwijl veel centrale banken de beleidsrente al hebben verhoogd als reactie op de hoge inflatie.
In China vertraagt de groei naar verwachting van 8,1% in 2021 tot 3,2% in 2022, gevolgd door 5,1% in 2023. Het zero-covid-beleid heeft de toeleveringsketens en de binnenlandse vraag ernstig verstoord. Aangezien de regering haar zero-covid-beleid lijkt voort te zetten, zal ook de impact van beperkingen op de consumptie waarschijnlijk langer aanhouden. Bovendien kampt de Chinese vastgoedmarkt met een aanzienlijke neergang, wat gaat leiden tot lagere investeringen omdat ontwikkelaars in gebreke blijven en prijsverwachtingen dalen.
Neerwaartse risico's - stagflatie dreigt
Het neerwaartse risico voor onze vooruitzichten is voornamelijk geopolitiek van aard en kan zich voordoen als de oorlog in Oekraïne langer duurt dan verwacht en/of Rusland de gaslevering aan Europa afsluit. In een dergelijk scenario, waar we al erg dichtbij zijn, krijgt de wereldeconomie nog een grote schok. De olie- en gasprijzen stijgen verder, evenals de inflatieverwachtingen. Het vertrouwen krijgt opnieuw een deuk, het sentiment op de financiële markten verslechtert verder en centrale banken worden gedwongen hun monetaire beleid sterk te verkrappen. Het resultaat is een periode van lage of geen bbp-groei en een hoge inflatie – waarbij de ontwikkelde economieën in een recessie terechtkomen. De wereldwijde groei vertraagt in dit scenario tot 0,9% in 2023, 1,4 procentpunt minder dan in ons basisscenario.
(Dit artikel is gebaseerd op de Economic Outlook van juli 2022, maar geüpdatet met de laatste voorspellingen en cijfers).
Theo Smid - Senior Economist