FME: handelsinstrumentarium onmisbaar voor de export van de toekomst
Elke editie laten we iemand aan het woord vanuit de beleidshoek, zowel topambtenaren als belangenbehartigers. Deze keer spraken we met Theo Henrar, voorzitter van FME, de ondernemersorganisatie van de Nederlandse technologische industrie. We vroegen hem om zijn inzichten te delen op het gebied van financiering, internationalisering en de rol van de overheid hierin.
Brede achterban
De wortels van FME gaan terug tot aan de jaren vijftig, toen de grootgebruikers en verwerkers van staal en elektra bij elkaar kwamen. In de jaren zestig werd de naam FME ingeburgerd en groeide de vereniging snel. Op dit moment vertegenwoordigt FME zo’n 2200 leden. De leden van FME zijn veelal machine- en elektronicabedrijven die in binnen- en buitenland onder andere leveren aan de industrie, de gezondheidszorg, de landbouwsector en defensie. De leden zijn zowel grote bedrijven, als ASML, Philips, VDL, Aalberts, Siemens, Damen, NXP en Signify, als ook het mkb – dat in totaal 85% van het ledenbestand van FME uitmaakt – waaronder ook vele start- en scale-ups.
Die achterban is dus divers, maar deelt hetzelfde doel: het inzetten van technologie om de wereld beter te maken. Gezamenlijk zijn de leden goed voor ongeveer € 139 miljard omzet, waarvan 40 procent (€ 56 miljard) afkomstig is uit export. Het kantoor zit in Zoetermeer.
Industrie en innovatie
Het is geen geheim dat machines en elektronica belangrijke kapitaalgoederen én exportproducten zijn. Cijfers tonen aan dat bedrijven uit de technologische industrie het vaakst een exportkredietverzekering afnemen. Veel FME-leden zijn dan ook goed bekend met dit handelsinstrument. Dankzij technologische maakbedrijven heeft Nederland een sterke reputatie opgebouwd en staat het bekend als een land dat oplossingen biedt voor maatschappelijke vraagstukken. Theo Henrar noemt bijvoorbeeld slimme machines die bijdragen aan voedselzekerheid, gezondheidszorg en circulariteit. De exportkredietverzekering maakt het mogelijk dat landen die het meest behoefte hebben aan dergelijke innovaties, toegang krijgen tot technologie.
Industriebeleid + handelsbevordering
Dat Nederlandse innovaties in andere landen gewild zijn, staat vast. Dure, hoogwaardige kapitaalgoederen zomaar exporteren zit er niet altijd in. Als buitenlandse afnemers mkb-bedrijven zijn, is het vaak nog moeilijker. FME maakt zich daarom sterk voor een breed en krachtig handelsinstrumentarium. Theo Henrar is, samen met een aantal van zijn leden, lid van de Rijkscommissie voor export-, import- en investeringsgaranties. Het handels-, vestigings-, en ondernemingsklimaat in Nederland is fragiel en volgens Henrar neemt de financieringsbehoefte ondertussen alleen maar toe. En daar kun je alleen maar aan tegemoet komen als publieke en private financiers samen met oplossingen komen.
FME heeft goed zicht op de kansen en valkuilen van verschillende financieringsvormen en komt met argumenten voor beleidscoherentie. Zonder nieuwe regels te bedenken, is het in hun ogen zaak om beleidsterreinen beter te verbinden en industriebeleid te linken aan de handelsvisie. Met als belangrijkste drijfveer om Nederland concurrerend en toekomstbestendig te houden. Henrar geeft aan dat het handelsinstrumentarium toepasbaar moet zijn voor de sectoren die volgens het industriebeleid van strategisch belang zijn. Volgens hem is dat met name belangrijk voor bedrijven die actief zijn in de ontwikkeling van sleuteltechnologieën, de maritieme maakindustrie en in de defensiesector (inclusief dual-use technologieën). Vanwege de kleine binnenlandse markt zijn deze sectoren per definitie exportgericht.
Innovatiedekking
FME geeft de overheid input bij het ontwikkelen van nieuwe regelingen. De recent aangekondigde Innovatiedekking is volgens Henrar een welkome toevoeging aan het ekv-instrumentarium. Bovendien is het een praktijkvoorbeeld waar verschillende beleidsvisies samenkomen. Met deze uitbreiding krijgt Atradius DSB mandaat om een verzekeringsproduct te ontwikkelen wat toeziet op de waardeketens van de sleuteltechnologieën uit de Nationale Technologie Strategie van EZ. Om in Nederland baanbrekende technologie te blijven produceren, zijn dit soort instrumenten hard nodig. Henrar geeft daarbij aan dat een hogere risicobereidheid van de staat essentieel is om meer innovatie aan te jagen.
Nieuwe handelsblokken
Henrar noemt het ondenkbaar dat de Nederlandse technologische industrie niet internationaal gericht blijft, maar ziet een moeilijker speelveld door de wereldwijde handelsoorlog en oplopende geopolitieke spanningen. In dat kader moeten Nederland en de EU niet alleen in gesprek blijven met de VS en China, maar ook de relaties versterken met andere handelspartners, zoals de landen uit het Mercosur-handelsblok of India. Daar ligt veel onbenut potentieel. Het zou goed zijn als dat leidt tot handelsverdragen of bilaterale afspraken. Dat kan bijdragen aan onze welvaart én economische weerbaarheid.Die achterban is dus divers, maar deelt hetzelfde doel: het inzetten van technologie om de wereld beter te maken. Gezamenlijk zijn de leden goed voor ongeveer € 139 miljard omzet, waarvan 40 procent (€ 56 miljard) afkomstig is uit export. Het kantoor zit in Zoetermeer.
Nahuel Mercedes - Communicatie manager