Het Midden-Oosten als veilige haven in roerige tijden
De kust lijkt weer veilig
Sinds het uitbreken van de Gaza-oorlog ruim twee jaar geleden zijn de spanningen in het Midden-Oosten hoog opgelaaid. Vooral toen Iran en de VS zich actief in de strijd mengden, groeide de angst voor escalatie. De aanvallen op Qatar door Iran en Israël in juni en september maakten de dreiging concreet. Gelukkig hielden de Golfstaten het hoofd koel en hebben Israël en Hamas onlangs middels een staakt-het-vuren de eerste horde richting een vredesakkoord genomen. De kust lijkt bij wijze van spreken dus weer veilig te worden. Tijd voor investeerders en handelaren om voorzichtig terug te keren naar deze regio zou je verwachten, maar opvallend genoeg hebben ze nooit het anker gelicht.

MENA’s economische groei verdubbelt
Ondanks de geopolitieke onrust beleeft de bredere regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika – kortweg MENA – een uitzonderlijke economische opleving. Tussen 2024 en 2026 verdubbelt de reële bbp-groei naar verwachting bijna tot 3,8%, de sterkste groeiversnelling wereldwijd (zie grafiek 1). Ook de handel trekt er steviger aan dan waar dan ook. Volgens de laatste voorspellingen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) groeien de import en export in het Midden-Oosten in 2025 en 2026 met respectievelijk ruim 5% en 6%. Deze groei wordt wel enigszins getemperd door het trage herstel van de wereldhandel. Daarnaast hebben Noord-Afrikaanse landen zoals Marokko en Tunesië extra last van het zwakke economische herstel in Europa, hun belangrijkste handelspartner. MENA’s opleving hangt nauw samen met de grillen van de voor deze regio belangrijke olie- en gasmarkt.
Olieproducerende landen profiteren van het versneld afbouwen van productiebeperkingen door OPEC+, terwijl energie-importeurs als Marokko en Tunesië juist profiteren van lagere olieprijzen, die inflatie en rentes drukken en zo de consumptie stimuleren.Daarnaast toont de regio veerkracht tegen externe schokken.
Zo is MENA het minst getroffen door de Amerikaanse handelstarieven, dankzij lage invoerheffingen, vrijstellingen voor energieproducten en de geringe export naar de VS. Golfstaten als de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Qatar en Saoedi-Arabië hebben bovendien actief ingezet op damage control door president Trump te paaien met omvangrijke investeringsdeals.
Beperkte nevenschade van het conflict
Over schokbestendigheid gesproken: voor landen in de regio die niet direct betrokken waren bij het Gaza-conflict, bleef de economische nevenschade beperkt. Vooral de lauwe reactie van de olieprijs was opmerkelijk. Afgezien van enkele kleine pieken zette de licht dalende olieprijstrend zich voort. Niet de regionale spanningen, maar de Amerikaanse handelstarieven en de afbouw van de olieproductiebeperkingen waren daarbij de bepalende factoren. De grootste verstoring kwam van aanvallen van de Houthi-rebellen uit Jemen op de scheepvaart langs de Rode Zeeroute. Echter, vanwege alternatieve transportroutes die snel gevonden werden, was de impact op de handel ook hiervan tijdelijk en beperkt. Egypte is hier als een van de weinige landen de dupe van, door fors lagere inkomsten uit het Suezkanaal, wat een belangrijke bron van buitenlandse valuta is voor dit land. Ook de Houthi’s hebben inmiddels hun aanvallen gestaakt, onder de voorwaarde dat het staakt-het-vuren in Gaza standhoudt.

Maar voor het Midden-Oosten als geheel was de daling van het importvolume, veroorzaakt door de Houthi-dreiging, eind 2024 al goedgemaakt (grafiek 2). Ook de toerismesector draaide tijdens de spanningen gewoon door, zelfs in landen die het dichtst bij het vuur zaten. Zo verwelkomde Jordanië in de eerste helft van dit jaar 14% meer toeristen dan in dezelfde periode in 2023 (vlak voor het uitbreken van de Gaza-oorlog). Egypte zag de reisinkomsten zelfs met ruim 25% stijgen.

Investeerders zijn niet afgeschrikt
Ondanks de regionale onrust wordt het Midden-Oosten, en dan met name de Golfregio, ook nog steeds gezien als een veilige haven door investeerders. De buitenlandse directe investeringen in de Golfstaten zijn verviervoudigd van iets meer dan 20 miljard dollar in 2019 tot bijna 80 miljard dollar in 2024 (zie grafiek 3) en gaan volgens de prognoses van het IIF richting de magische grens van 100 miljard dollar in 2026. Dit betekent dat de conflictsituatie geen littekens op de regionale economie achterlaat via een lager investeringsniveau. Om de interesse van investeerders verder te stimuleren, hebben Golfstaten hun inspanningen geïntensiveerd om het reeds sterke ondernemingsklimaat te verbeteren, met name wat betreft investeringswetgeving. Deze is in de meeste Golfstaten de afgelopen vijf jaar gemoderniseerd, waarbij de versoepeling van beperkingen op buitenlandse eigendomsrechten geldt als een van de belangrijkste hervormingen.
Golfstaten blinken uit in hervormingen
Wat opvalt is dat het merendeel van de buitenlandse investeringen in de Golfregio gericht is op andere dan de traditionele olie- en gassectoren. Met name diensten zoals financiën, communicatie en transport trekken buitenlandse investeerders aan. Dit is een teken dat de langetermijnstrategie voor economische diversificatie zijn vruchten begint af te werpen. Vooral de VAE en Saoedi-Arabië – met hun bekende Vision 2030/31-agenda’s – zetten hier stevig op in.
De opmars van nieuwe verdienmodellen, blijkt ook uit de robuuste groei van hun niet-olieactiviteiten sinds het economische herstel na de coronapandemie in 2021 (grafiek 4).

Fiscale slagkracht helpt
Misschien wel de belangrijkste verklaring voor het aanhoudende investerings- en hervormingsmomentum in met name de Golfregio, te midden van geopolitieke spanningen en gematigde olieprijzen, zit in de fiscale slagkracht van deze landen. Grootschalige infrastructuurprojecten worden grotendeels uit eigen middelen gefinancierd of tegen gunstige voorwaarden geleend, mogelijk gemaakt door goed gevulde staatsinvesteringsfondsen en lage staatsschulden. Dankzij sterke fiscale buffers kunnen de Golfstaten hun begrotingsconsolidatie geleidelijk doorvoeren, zonder te veel te beknibbelen op de investeringsruimte die nodig is voor de economische transitie. Dit staat in schril contrast met een aantal andere landen in de bredere MENA-regio zoals Tunesië, Egypte, Libanon en Jordanië, waar investeringen worden belemmerd door beperkte begrotingsruimte, macro-economische onevenwichtigheden en politieke onzekerheid, terwijl sociaaleconomische spanningen hervormingen in de weg staan.
Veerkracht van de regio kent grenzen
Een scherpe daling van de olieprijs vormt het grootste risico. In de Golfstaten raakt dit direct aan de overheidsinkomsten. Ondanks hervormingen, zoals de invoering van btw in 2018, komt nog altijd zo’n 40-70% van de overheidsopbrengsten uit olie en gas. Door de gematigde olieprijs kampen de meeste begrotingen inmiddels weer met tekorten. Hoewel het vooralsnog meevalt met het aantrekken van de broekriem, wijst het terugbrengen van ambitieuze megaprojecten tot realistischer proporties in bijvoorbeeld Saoedi-Arabië erop dat ook daar de rek in de overheidsfinanciën niet onbeperkt is. Energie-importerende landen profiteren op korte termijn weliswaar van een lagere olieprijs, maar het stimulerende effect is tijdelijk. Bovendien zijn zij afhankelijk van financiële steun uit de Golf, waaronder inkomensoverdrachten van migranten, die bij een scherpe olieprijsdaling onder druk komen te staan. Om hun structureel lage groeipotentieel op te krikken, zijn groeivriendelijke fiscale hervormingen en betere beleidsraamwerken essentieel.
Schommelingen in de olieprijs zijn vrijwel onvermijdelijk. Een vredesakkoord tussen Israël en Hamas zal de spanningen in de regio niet volledig wegnemen en ook de mondiale energietransitie – hoe traag die nu ook verloopt – kan zorgen voor volatiliteit op de oliemarkt. Alleen een langdurige en diepe daling van de olieprijs, bijvoorbeeld in een scenario waarin de wereld versneld richting net zero beweegt, zou de financiële stabiliteit van de Golfstaten echt onder druk zetten en hun economische transitieproces uit koers brengen. Kortom, er zijn ongetwijfeld veiligere havens in de wereld. Maar wie de vooruitzichten voor handel, economische groei en investeringen bekijkt, ziet dat het Midden-Oosten verrassend veerkrachtig is en juist ook in roerige tijden volop kansen biedt.
Niels de Hoog - Senior Econoom