Nearshoring biedt kansen voor Latijns-Amerika, maar is geen snelle oplossing voor de lage groei
Wat hebben de coronapandemie, de oplopende handelsspanningen tussen de Verenigde Staten (VS) en China, het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en China’s dominante positie in de energietransitie met elkaar te maken? Ze hebben de kwetsbaarheden in de wereldwijde productieketens blootgelegd en ze zetten overheden en bedrijven wereldwijd ertoe aan om die kwetsbaarheden te verminderen. Een recent voorbeeld is het streven van de Europese Unie om minder afhankelijk te worden van China voor strategische materialen voor de energietransitie. Buzzwords zoals 'nearshoring' en 'friendshoring' hebben de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen. Ze verwijzen naar een heroriëntatie van handel of productie dichterbij huis (nearshoring) of naar bondgenoten (friendshoring). Landen in Latijns-Amerika zouden een alternatief voor China kunnen zijn vanwege de nabijheid van de VS en culturele banden met zowel Noord-Amerika en Europa en een verbeterde concurrentiekracht ten opzichte van China op basis van arbeidskosten.
Landen in Latijns-Amerika relatief gesloten door handelsbelemmeringen
Maar voor handel en investeringen zijn ook andere kosten dan die van arbeid van belang. Denk bijvoorbeeld aan in- en uitvoertarieven, invoervergunningen, verzekeringen en douaneformaliteiten. Met handelsovereenkomsten kun je die –deels – wegnemen. Die hebben landen in Latijns-Amerika de afgelopen decennia dan ook gesloten, vooral met andere landen in de regio. Hierdoor is een aantal handelsblokken ontstaan, zoals dat tussen Mexico, de VS en Canada (UMSCA voorheen NAFTA), Midden-Amerikaanse landen, de Dominicaanse Republiek en de VS (CAFTA-DR), Mexico, Chili, Colombia en Peru (Pacific Alliance) en tussen Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay (Mercosur). Maar nadere beschouwing leert dat die handelsblokken nogal verschillen in de mate waarin ze handelsbelemmeringen wegnemen. Zo zijn bijvoorbeeld de kosten om goederen het land in en uit te krijgen in Latijns-Amerika nog heel hoog. De tabel laat zien dat binnen Latijns-Amerika de Mercosur landen de kroon spannen. De vele procedures zorgen ervoor dat het veel tijd en geld kost om goederen de grens te laten passeren. De CAFTA-DR landen doen het op de meeste aspecten beter, ook ten opzichte van landen in Oost-Azië en de Stille Oceaan.
Door dit soort handelsbelemmeringen zijn landen in Latijns-Amerika heel gesloten. De mate van openheid van de economie, gemeten als de verhouding tussen de totale handel (export plus import) en het bbp, is 46 procent. Binnen de regio zijn de verschillen echter heel groot. Zo behoren Midden-Amerika en het Caribisch gebied juist bij de meest open regio’s. De totale handel bedraagt hier 67 procent van het bbp. Voor Zuid-Amerika is dit 34 procent, waarmee deze subregio het meest gesloten is. Dit geeft aan dat niet alle handelsovereenkomsten gelijk zijn. Dit geldt des te meer als we kijken naar de mate waarin de landen in Latijns-Amerika geïntegreerd zijn in de wereldwijde productieketens. Mexico is het enige land in de regio dat hierin goed is geïntegreerd, als onderdeel van USMCA, de handelsovereenkomst met de VS en Canada. Niet alleen bestaat 77 procent van de Mexicaanse export uit industrieproducten, het hoogste percentage in de regio, maar 80 procent hiervan bestaat uit medium- of hightech goederen. Ook Costa Rica en Dominicaanse Republiek, beide lid van het handelsblok CAFTA-DR, zijn beter geïntegreerd in de wereldwijde productieketens dan de meeste andere Latijns-Amerikaanse landen. Zij exporteren bijvoorbeeld medische apparatuur, elektronische componenten en farmaceutische producten. Dit illustreert hoe zogenaamde Zuid-Noord handelsakkoorden – tussen opkomende landen en ontwikkelde landen - kunnen helpen bij het genereren van meer toegevoegde waarde in opkomende landen. Daarentegen zijn vooral landen in Zuid-Amerika nauwelijks geïntegreerd in de mondiale productieketens. Hun aandeel van industriële goederen in de export bedraagt slechts 18 procent. Dit percentage is de afgelopen twee decennia zelfs gedaald. Dit komt door de opkomst van China als fabriek van de wereld, met Zuid-Amerika als leverancier van grondstoffen.
Geopolitieke veranderingen bieden kansen
Het nieuwe geopolitieke landschap biedt kansen voor Latijns-Amerika om de directe buitenlandse investeringsstromen te vergroten en hogerop te komen in de mondiale waardeketen. Dit geldt vooral voor sectoren als de auto-industrie, textiel, farmaceutica en hernieuwbare energie. Meest geschikte kandidaten op korte termijn zijn landen die weinig belemmeringen hebben, handelsovereenkomsten hebben met de VS en de EU, en goed geïntegreerd zijn in internationale waardeketens. Mexico, Costa Rica, de Dominicaanse Republiek, Chili en Colombia zijn daarom de best gepositioneerde markten. In de meeste andere Zuid-Amerikaanse landen zijn de vooruitzichten minder goed omdat ze veelal geen handelsovereenkomsten met de VS of de EU hebben. De energietransitie zou echter kunnen leiden tot een uitbreiding van de handelsrelaties met landen die rijk zijn aan kritieke mineralen zoals lithium (Argentinië, Bolivia en Chili), koper (Chili, Peru), nikkel en grafiet (Brazilië).
Mexico laat potentieel nearshoring (nog) onbenut
Mexico, op papier de meest geschikte kandidaat voor nearshoring of friendshoring, laat zien dat dit een kwestie is van lange adem. De nominale waarde van de export van Mexico naar de VS is weliswaar toegenomen, doordat meer Amerikaanse bedrijven goederen in Mexico kochten (Walmart bijvoorbeeld) of fabrieken in Mexico openden (MGA Entertainment) in plaats van in China. Ook de buitenlandse directe investeringen (FDI) in Mexico bereikten een nieuw record van USD 39 miljard in 2022. Maar de figuur laat zien dat het aandeel van Mexico in de invoer van de VS vrij stabiel is gebleven rond 13,5 procent sinds het begin van de handelsspanningen tussen de VS en China in 2017. Ondertussen is het aandeel van andere Aziatische landen wel gestegen van 8,6 procent in 2016 naar 12,4 procent in 2022. Dit suggereert dat Amerikaanse bedrijven tot nu toe toeleveringsketens hebben omgeleid naar bondgenoten in Azië, met name Zuidoost-Azië, in plaats van naar Mexico. Ook is 90 procent van de hogere FDI-instroom afkomstig van herinvesteringen van gevestigde bedrijven, in plaats van nieuwe, greenfield, investeerders. Dit is deels te wijten aan de beleidsonzekerheid in Mexico. Zo zijn er onlangs verschillende conflicten geweest tussen Mexico en de VS en Canada onder de USMCA. Deze hebben onder andere betrekking op een aangekondigde hervorming door Mexico van de mijnbouwwet, en het energiebeleid van de regering. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan het door de staat gecontroleerde energiebedrijf boven elektriciteit die wordt opgewekt door de particuliere sector. Hoewel deze conflicten tot nu toe gevestigde investeerders in Mexico niet hebben afgeschrikt, hebben ze vooral de investeringen in de media- en financiële dienstensector verhoogd, terwijl de investeringen in de maakindustrie zijn vertraagd. De laatste sector is juist waar je nearshoring of friendshoring zou verwachten. Zolang er zorgen blijven bestaan over contracthandhaving en de rechtsstaat, zal de bijdrage van nearshoring aan de Mexicaanse economie bescheiden blijven.
Ook andere Latijns-Amerikaanse landen moeten eerst hun ondernemingsklimaat aantrekkelijker maken
Ook andere landen in Latijns-Amerika zullen hun ondernemingsklimaat moeten verbeteren en allerlei handelsbelemmeringen moeten wegnemen om een aantrekkelijke bestemming te worden voor nearshoring of friendshoring. Om een aantrekkelijke handels- of investeringspartner te worden zullen landen in Latijns-Amerika hun structurele zwakheden moeten adresseren. Denk hierbij niet alleen aan het wegnemen van handelsbelemmeringen en het verminderen van de regeldruk, maar ook aan zaken zoals betere scholing en investeringen in de achterblijvende digitalisering en tekortschietende infrastructuur en verkleining van de informele economie. Deze structurele zwakheden hebben ook een remmende werking op de economische groei van de regio, die achterblijft bij die van andere regio’s. Kortom, dit alles betekent dat nearshoring of friendshoring geen snelle oplossing zullen bieden voor de lage groei in Latijns-Amerika.
Figuur 1 De VS kiest bij verplaatsing van de handel van China naar elders voor Azië en niet voor Mexico