Wereldwijde waardeketens blijven cruciaal

Covid-19 kwam als een schok voor de wereldeconomie. De pandemie had allereerst grote gevolgen voor de volksgezondheid, maar ging daarnaast ook gepaard met lockdowns en andere restricties. De pandemie creëerde ook verstoringen in wereldwijde productieketens. Nu nog kampt de wereldeconomie met verstoringen, die nog eens zijn verergerd door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Wij betogen echter dat de grondbeginselen van internationale productieketens nog recht overeind staan.

Covid en oorlog raken waardeketens

In een vroeg stadium van de pandemie werd de industriële productie getroffen door fabriekssluitingen in China. Later verplaatste de pandemie zich naar Europa en de Verenigde Staten en leidde ook daar tot fabriekssluitingen. In de tweede helft van 2020 begon de wereldwijde productie echter weer aan te trekken omdat economieën leerden omgaan met het virus en de beperkingen werden versoepeld. In het vierde kwartaal van 2020 was de wereldwijde productie alweer hersteld tot het niveau van voor de pandemie. Nog steeds zijn er af en toe fabriekssluitingen, met name in China, dat een ‘zero Covid’ strategie voert. Maar over het geheel blijkt de maakindustrie relatief goed bestand tegen nieuwe besmettingsgolven. In 2021 en 2022 hield de mondiale productie goed stand.

Gedurende de pandemie daalde de vraag aanvankelijk, maar ook hier trad vanaf de tweede helft van 2020 herstel in. Ook verschoof het consumptiepatroon van (lokale) diensten naar (geïmporteerde) gefabriceerde goederen, zoals elektronische producten en apparatuur, deels gerelateerd aan thuiswerken. Dit leidde tot een grotere vraag naar goederen, met logistieke verstoringen in de transportsector tot gevolg. De transportkosten stegen snel door de misallocatie van zeecontainers en tekorten aan havenarbeiders en vrachtwagenchauffeurs (figuur). In veel landen spelen deze tekorten nog steeds, waardoor transportkosten maar mondjesmaat teruglopen.

De sterke toename van de vraag naar industriële goederen resulteerde in een daling van de voorraden. Een van de sectoren met grote tekorten is de halfgeleiderindustrie. Het tekort aan halfgeleiders komt vooral door een sterke vraag, veroorzaakt door een snelle opleving van autoverkopen en een hausse in de verkoop van elektronicaproducten waarvoor halfgeleiders belangrijke onderdelen zijn. Ook buiten de halfgeleiderindustrie hebben bedrijven te maken met tekorten aan productiemiddelen of materiaal. In het tweede kwartaal van 2022 meldde een recordaantal van 51% van de ondernemers in de EU brede maakindustrie dat productiemiddelen, materiaal en ruimte een beperkende factor vormen, met uitschieters tot 77% in Duitsland (figuur).

Het uitbreken van de Rusland-Oekraïne oorlog heeft de bestaande verstoringen in de toeleveringsketens en de volatiliteit van de grondstoffenprijzen versterkt. Ondanks dat ze slechts gedeeltelijk zijn geïntegreerd in de Europese waardeketens, leveren Rusland en Oekraïne een aantal belangrijke grondstoffen. Zo kan de Europese auto-industrie last krijgen van een tekort aan schaarse metalen zoals palladium, die gebruikt worden in katalysatoren. Verder is Oekraïne een belangrijke producent van neon (gebruikt in lasers voor de vervaardiging van microchips).

Globalisering op een keerpunt

De pandemie arriveerde op een moment dat globalisering zich al op een keerpunt bevond. Sinds de jaren tachtig zijn wereldwijde productieprocessen explosief gestegen dankzij lage handelskosten die mogelijk zijn gemaakt door handelsovereenkomsten en afnemende transportkosten. Als gevolg hiervan zijn mondiale waardeketens een steeds belangrijkere rol gaan spelen in de productie. De integratie van China in de wereldeconomie was in dit opzicht een van de meest invloedrijke gebeurtenissen van de afgelopen decennia. Na de financiële crisis zien we echter een stagnatie van de participatie van landen in wereldwijde waardeketens.

De pendule begon te slingeren in de richting van meer interventionisme in het nationale economische beleid en een terugkeer van protectionisme. De handelsoorlog tussen de VS en China, die ontstond onder het presidentschap van Donald Trump, is hiervan een goed voorbeeld.

Internationale waardeketens blijven belangrijk

De Covid-19-pandemie en meer recentelijk de oorlog tussen Rusland en Oekraïne creëren grote uitdagingen voor mondiale productieketens. Veel bedrijven, zowel multinationals als kleine lokale leveranciers, zijn geraakt door de tekorten die ontstonden in de nasleep van de Covid pandemie. Dit leidt tot een hernieuwd debat over de vraag of mondiale waardeketens te kwetsbaar zijn geworden voor schokken. Wij beschrijven hieronder de belangrijkste opties die bedrijven hebben om de gevoeligheid voor schokken in de toeleveringsketens te verminderen.

De eerste optie is onshoring of nearshoring. Dit is een van de meest drastische oplossingen en tornt aan een van de meest bepalende elementen van mondiale waardeketens, namelijk de versnippering en geografische spreiding van taken in het productieproces. De belangrijkste drijfveren voor onshoring kunnen de beleidsomgeving zijn (aandringen op een hogere mate van zelfredzaamheid na de pandemie) en het mogelijk automatiseren van delen van het productieproces, wat de relevantie van (lage) arbeidskosten vermindert.

Het is echter belangrijk op te merken dat lokale productie niet per se minder kwetsbaar is voor schokken. Tijdens de wereldwijde pandemie werd bijna elke economie getroffen door zowel vraag- als aanbodschokken, zij het in verschillende mate. Productie die onshore is gebracht kan immers net zo goed geraakt worden door lockdowns. Bovendien kunnen schokken van een andere aard, zoals productieongevallen, natuurrampen en financiële risico's, overal plaatsvinden, waardoor lokale productie geen garantie is voor robuuste waardeketens. Integendeel, tijdens de Covid-pandemie waren waardeketens zelfs in staat om de tekorten aan medische goederen relatief snel aan te vullen. Zo ontstond in Zuid-Korea een nieuwe industrie die miljoenen Covid-19 testkits naar meer dan honderd landen exporteerde. Dit gebeurde in een kwestie van maanden na het uitbreken van de pandemie.

Het is niet evident dat een schok als Covid-19 of de Rusland-Oekraïne oorlog zal leiden tot een versnelling van onshoring. Eerdere grote schokken in de mondiale productieketens, zoals de aardbeving in Japan in 2011, leidden niet tot meer onshoring of nearshoring van productie. We verwachten dat onshoring in de nasleep van de Covid-19-crisis alleen een haalbare optie is voor sommige hightechindustrieën die onderhevig zijn aan protectionistische druk. Dit kunnen essentiële goederen zijn, zoals medische apparatuur, of goederen die vanuit economisch of technologisch oogpunt van strategisch belang zijn (bijvoorbeeld automotive en elektronica).

De tweede optie is het zoeken van nieuwe toeleveranciers. Diversificatie aan de kant van toeleveranciers kan de robuustheid en veerkracht van het productieproces vergroten, aangezien negatieve schokken die de ene leverancier treffen, opgevangen kunnen worden door andere leveranciers. Het aanhouden van alternatieve leveranciers brengt extra kosten met zich mee, omdat bedrijven in meerdere leveranciers moeten investeren om onderdelen en componenten van verschillende fabrikanten op maat te kunnen krijgen en om ervoor te zorgen dat ze bij elkaar passen. Diversificatie van leveranciers is soms zelfs heel moeilijk, zo niet onmogelijk. Zo is de kapitaalintensieve halfgeleiderindustrie geconcentreerd in slechts een paar landen.

Een derde optie om de robuustheid van waardeketens te verbeteren is het aanhouden van meer voorraden. Winstgerichte bedrijven zullen echter ook hiermee terughoudend zijn, omdat het investeringen vergt, maar ook omdat de voorraden moeten worden beheerd, opgeslagen, onderhouden en schade of diefstal moet worden voorkomen. Bovendien kunnen producten verouderd raken terwijl ze in de voorraad zijn opgeslagen.

Conclusie

Onze conclusie is dat bedrijven voldoende mogelijkheden behouden om de gevoeligheid voor schokken in de toeleveringsketen op te vangen. Daarom zal de pandemie en de Rusland-Oekraïne oorlog geen fundamentele verandering in productiestrategieën teweegbrengen. Het kernargument is dat de belangrijkste rechtvaardiging van mondiale waardeketens – het zoeken naar de laagste arbeidskosten – nog steeds geldt en dat de alternatieven niet per se beter zijn. Wel achten we het mogelijk dat bedrijven enige strategische heroriëntatie zullen toepassen. Bijvoorbeeld door hogere voorraden van kritieke goederen, zoals medische benodigdheden, aan te houden. Er kan sprake zijn van beperkte onshoring aangezien de arbeidskosten in sommige productiehubs, met name China, stijgen naarmate ze zich technologisch ontwikkelen. Echter, dit staat los van de pandemie en de recente oorlog. Ervaringen met eerdere schokken, zoals de financiële crisis van 2008/2009 en de aardbeving in Japan in 2011, geven ook geen aanleiding om te denken dat internationale waardeketens op hun retour zijn.

Theo Smid - Senior Economist

Contact

info.dsb@atradius.com 020-553 2693

Social Media