Exporteren naar Afrika met beperkt wisselkoersrisico

Sterke wisselkoersschommelingen kunnen exporteurs problemen opleveren, dan wel kosten om ze af te dekken. Voor de export naar veertien landen in West- en Centraal Afrika gaat dit nadeel echter niet op. Deze groep landen is namelijk lid van de Communauté Financière Africaine, kortweg de CFA- zone, een monetaire unie die geen wisselkoersrisico met de euro kent en slechts een beperkt transfer- en conversierisico. Dit jaar treden er een paar wijzigingen op, maar deze zijn vooralsnog symbolisch van aard.

Twee monetaire unies

De CFA-zone bestaat uit de West-Afrikaanse monetaire unie (UEMOA) en de Centraal-Afrikaanse monetaire unie (CEMAC). De lidstaten van de UEMOA zijn Benin, Burkina Faso, Ivoorkust, Guinee-Bissau, Mali, Niger, Senegal en Togo. De CEMAC bestaat uit de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR), Congo-Brazzaville, Equatoriaal Guinee, Gabon, Kameroen en Tsjaad. De monetaire unies hebben eigen munten, de Centraal-Afrikaanse frank (XAF) en de (nu nog) West-Afrikaanse frank (XOF), die op hetzelfde niveau zijn gekoppeld aan de euro, en een eigen regionale centrale bank. Deze monetaire unies zijn mondiaal uniek, omdat in tegenstelling tot andere monetaire unies, de convertibiliteit van de munt door een externe partij wordt gegarandeerd.

Er is een ongelimiteerde convertibiliteitsgarantie van het Franse ministerie van Financiën waardoor een tekort aan buitenlandse valuta niet kan voorkomen. Aan deze garantie worden wel voorwaarden gesteld. Een belangrijke voorwaarde is dat alle lidstaten hun buitenlandse valutareserves bij de regionale centrale bank moeten aanhouden. Hiervan wordt de helft overgeheveld naar een speciale rekening bij het Franse ministerie van Financiën. Daarnaast moeten de lidstaten voldoen aan een aantal convergentiecriteria.


Meld je aan voor de introductiecursus