“Bedrijven maken hun internationale keuzes zelf, en wij kunnen ze daarbij helpen”
In deze rubriek spreken we met beleidsbepalende gezichten. Dit keer laten we Rogier van Tooren aan het woord, hoofd Internationale Financiering en Opkomende Markten.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) ondersteunt niet alleen de internationale diplomatie, maar speelt ook een cruciale rol in het versterken van het internationale verdienvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven wereldwijd. De inzet voor internationalisering van Nederlandse bedrijven blijft onverminderd hoog, juist ook met het oog op de huidige economische en geopolitieke spanningen. De belichaming van deze handelsbevorderingsinzet is de Directie International Ondernemen (DIO). We spraken met Rogier van Tooren, hoofd Internationale Financiering en Opkomende Markten bij DIO en beleidsverantwoordelijk voor de exportkredietverzekering (ekv).
Wat is je achtergrond?
Van Tooren: “Ik ben bij DIO onder andere verantwoordelijk voor internationale financiering en exportkredieten via Invest International en Atradius Dutch State Business. Die laatste verantwoordelijkheid delen we met het ministerie van Financiën. Ik ken de exportkredietverzekering nog uit mijn tijd bij EKI bij het ministerie van Financiën, aan het begin van mijn loopbaan. Daarna ging ik bij ‘BZ’ in dienst. Ik heb veel handelsbevorderingswerk mogen doen, onder andere op de posten in Kyiv en São Paulo.
Wat moeten bedrijven weten over DIO?
“De overheid is er om ondernemers te helpen. In het buitenland is deze drempel laag: je kunt met allerlei vragen terecht bij ambassades, consulaten en de NBSO’s. Ons postennetwerk en instrumentarium zijn essentieel, maar nog belangrijker is dat we bedrijven helpen de juiste vragen te stellen. De strategische keuzes – zoals het openen van een kantoor in Indonesië of samenwerken met een lokale partner in Panama – maken bedrijven zelf. Wij bieden voorlichting, economische, culturele en lokale kennis, vaak in samenwerking met RVO, NBSO’s en andere partners. Dat netwerk aan partners is divers en Atradius Dutch State Business hoort daar ook bij. Bij DIO hebben we geregeld dialoog met bedrijven, bijvoorbeeld voor de versterking van beleid. Bewindspersonen gaan regelmatig op werkbezoek en handelsmissies zijn een belangrijk kanaal voor interactie.”
Beleidsactualiteit: hoe kijk je aan tegen de ontwikkeling van het handelsinstrumentarium?
“De ekv is breder dan de naam doet vermoeden al blijft de kerndoelstelling Nederlandse export bevorderen. Met het idee dat dit onze economie sterk maakt. Dit doen we als onderdeel van een breed scala aan instrumenten, van het postennetwerk, tot partners in Nederland en natuurlijk de bekende handelsmissies en bijvoorbeeld ook de instrumenten die RVO en Invest International hebben. De ekv is vaak het sluitstuk van een heel traject van handelsbevordering in een land die kan uitmonden in een contract.
Maar de ekv is ook breder dan alleen klassieke goederenexport. Onder de ekv wordt ook handel ondervangen: import, investeringen en zelfs diensten. Doel is het het Nederlandse internationale verdienvermogen te versterken en dat het banen en welvaart oplevert.
De manier waarop wij die welvaart delen in de wereld onderscheidt ons van andere landen. Nederland loopt echt voorop in het combineren van hulp en handel. Instrumenten zoals het Dutch Good Growth Fund en de ekv maken het mogelijk om hoge risico’s te koppelen aan hoge impact. Dat stimuleert innovatie en versterkt onze internationale positie. We kunnen technische assistentie financieren en marktcreatie ondersteunen. De recente beleidsbrief van het kabinet onderstreept dat welvaart en weerbaarheid centraal staan in het handelsbeleid. In een wereld van toenemend protectionisme, geopolitieke spanningen en kwetsbare waardenketens, kiest Nederland voor een assertieve en realistische koers. Aan ons om ook bedrijven hierin mee te nemen en de beschikbare instrumenten te belichten.”